Korsou
Informatieoffensief

Korsou Menu

Pleidooi voor een informatieoffensief

Ik ben Nederlander, gast op dit eiland. En ik ben ervan gaan houden, van de buitenkant en de binnenkant. Ik verblijf gelukkig niet in een toeristisch oord. Mijn buurman, Jules Marchena, heeft mij over het eiland verteld en laten lezen (onder meer werk van Valdemar Marcha). Nederland is verplicht een goede partner binnen het Koninkrijk te zijn. Dat kan echter alleen op basis van wederzijds respect en vriendschap. Vriendschap betekent ook: de ander een spiegel voorhouden. En dat is alleen op een rechtvaardige manier mogelijk als er begrip is. Daar schort het volgens mij aan, zowel van Nederlandse als Antilliaanse kant. De Nederlandse overheid opereert tactloos en de Antilliaanse regering plaatst zich in een slachtofferrol. Dat is geen duurzaam fundament voor een gezonde relatie.

Het ontbreekt dus aan begrip. Daarvoor is kennis noodzakelijk. Als ik kijk naar Nederland en de Antillen, dan zie ik bestuurders volkomen langs elkaar heen praten. Dat heeft te maken met cultuurverschil, maar ook met een gebrek aan diepgaande kennis. En daar kan wat aan worden gedaan. Wim Kok, op bezoek op Aruba, zei het al: Nederlanders weten weinig van de Antillen. Wat zij horen is negatief: bolletjesslikkers en probleemjongeren. Een enkeling daargelaten, vraagt niemand zich af wat daar de oorzaak van is. Dat ook Curaçao te kampen heeft met immigranten weten maar weinig mensen. En ver weg in Europa is het moeilijk te begrijpen waarom de Antilliaanse regering en de diverse eilandbesturen niet met een mond spreken.

Nederland wordt, zo lees ik in de Amigoe, door de Antilliaanse regering afgeschilderd als een boze stiefmoeder: groter en rijker, wispelturig in haar Antillenbeleid. Nederland wil een bodyscan en wil van drugsmisdrijven verdachte Antilliaanse inwoners niet terug laten keren (dan denk ik: als ik hier een misdrijf bega, laat de Antilliaanse overheid mij ook niet naar Nederland terugvliegen). Dit komt over als betutteling en machtsvertoon. Maar laten we wel wezen: Nederland mag dan groter zijn dan de Antillen, in Europa het een piepklein landje. En dat zijn de Nederlanders zich de laatste jaren bewust geworden. De reactie is er een van conservatisme en angst. Nederland is niet langer het land vol internationale solidariteit, dat hebben Pim Fortuijn en zijn kiezers bewezen. Nederland heeft inmiddels ook begrepen dat tolerantie voor andere ideeën en culturen niet betekent dat iedereen ongebreideld en ongrondwettig zijn gang kan gaan. Schandalen zoals de bouwfraude hebben de Nederlandse eigenwaarde een flinke deuk gegeven.

Kennis dus, als middel om de impasse te doorbreken. Niet alleen bij de Nederlandse overheid. Belangrijker is het om de mensen in Nederland te vertellen over hun rijksgenoten: over alles wat hier gebeurt en wat de mensen bezighoudt. Op die manier komen de Antillen dichterbij. Internet een goed medium. Maar er kan ook gedacht worden aan lespakketten voor basisscholen in Nederland of televisiespotjes over de Antillen. Een informatieoffensief kortom. Dat moet komen de Antilliaanse overheid, gesteund door de samenleving. En Nederland moet daar een gewillig oor voor hebben, zoals onder vrienden gebruikelijk is.

Caroline Raat

Jurist en bestuurswetenschapper